Gewichtloos maar niet doelloos: waarom zwemmen óók training is

Gepubliceerd op 4 juli 2025 om 15:26

Vraag in een atletiekgroep wat een 'goede training' is, en je krijgt vaak dezelfde antwoorden: "intervallen, blokken, tempos, techniek, kracht. Alles speelt zich af op de baan of in de fitnesszaal." Zelden hoor je iemand zeggen: "Ik was vanmiddag in het zwembad." En dat is eigenlijk jammer.

Want wie denkt dat zwemmen of bewegen in water alleen iets is voor zwemmers of mensen met blessures, onderschat wat het lichaam daar te winnen heeft. Zwemmen is niet alleen goed voor je conditie, je ademhaling en je lenigheid - het is ook een van de meest herstelvriendelijke manieren om je lichaam in beweging te houden. En soms is dat precies wat je nodig hebt.

Verandering van spijs doet eten

Sophie Snel zei het laatst nog: "Als je elke week hetzelfde doet, dan boek je op een gegeven moment niks meer." Dat geldt voor looptraining, maar ook voor fitness. Het lichaam is slim. Geef het steeds dezelfde prikkel, en het raakt eraan gewend. Het gaat in 'spaarstand'. Geen uitdaging, geen groei.

Daarom is afwisseling essentieel. Of, zoals Sophie het zegt: "Verandering van spijs doet eten. Je moet je lijf soms verrassen."

Dat is precies waarom ik af en toe het zwembad opzoek. Niet omdat ik geen zin heb in de loopband of geen energie voor sled pushes - maar omdat mijn spieren, net als mijn hoofd, soms iets anders nodig hebben. Een andere omgeving. Een andere weerstand. Een andere manier van bewegen.

Zwemmen is geen zwakte, maar wijsheid

Er hangt soms een zweem van 'revalidatie' rond het zwembad. Alsof je alleen gaat zwemmen als je niet kunt lopen. Alsof het een teken is van blessure, niet van beleid. Maar eigenlijk is het precies andersom.

In het water kun je herstellen en trainen tegelijk. Dat is zeldzaam. Je bouwt uithoudingsvermogen op, vergroot je lichaamsbewustzijn, werkt aan techniek, mobiliteit en core - en dat alles zonder het risico van overbelasting. In een goed opgebouwd trainingsprogramma is dat geen zwakte, maar wijsheid.

Sophie benadrukt het regelmatig: "Door af en toe te zwemmen, geef je je spieren een andere prikkel. En juist daardoor kan een training op de baan daarna meer effect hebben." Niet minder, meer.

En dat voel je. Het water daagt uit, maar vangt ook op. Het vraagt coördinatie zonder impact. Souplesse zonder stress. Je kunt werken zonder te forceren. Ideaal voor herstel - maar ook voor onderhoud, of als frisse impuls binnen een fase waarin sleur op de loer ligt.

Weg van de baan, dichterbij je doel

Veel atleten - en ik reken mezelf daar ook toe - kijken vaak met een blik: wat helpt mij direct om harder te lopen op de baan? En daarmee zien we soms niet wat indirect juist heel krachtig is. Zwemmen leert je ontspannen te ademen. Je beweegt in drie dimensies. Je lichaam werkt anders, maar wel samen.

Dat kan je coördinatie op de baan verbeteren. Of je looptechniek. Of gewoon: je gevoel dat je lijf gezond en soepel aanvoelt.

Je hoeft geen nieuwe sport te beginnen. Maar geef jezelf soms de ruimte om even geen sprintblok te zien, geen stopwatch, geen versnellingslijn. Alleen een lichaam dat zich beweegt door water - met aandacht, met souplesse, met rust.

Geen weekplanning, maar keuzeruimte

Laat ik helder zijn: ik heb geen zwemtraining ingepland in mijn week als vast onderdeel. Het is geen verplicht nummertje op maandag. Maar het is een optie. Een extra kaart in het spel. En soms is juist dat wat het verschil maakt - dat je kunt schakelen. Omdat je lijf moe is van de sled. Omdat de baan vol ligt met plassen. Omdat je gewoon even iets anders wil.

Of zoals Sophie het samenvat: "Je hoeft niet alles op discipline te doen. Soms is slim kiezen beter dan stug volhouden."

Tot slot

Zwemmen hoort niet alleen bij zwemmers. Het hoort bij atleten die willen blijven bewegen, herstellen, vooruitgaan - ook als het lichaam even op een ander spoor wil. Je hoeft er niet elke week te zijn. Maar soms, als het moment daar is, is het zwembad precies de plek waar je moet zijn.

Gewichtloos, maar niet doelloos.